Het is vrijdag 16 januari. Twee uur ’s nachts. Natuurlijk is het twee uur ’s nachts, het is altijd twee uur ’s nachts. Al weken slaap ik niet. Die 17 kilo extra is gewoon niet praktisch. Op mijn rug krijg ik geen lucht, op mijn zij liggen doet zeer en op mijn buik snoozen kan al 4 maanden niet meer. Vandaag ben ik 39 weken zwanger. Vanmiddag maakte ik nog een buikfoto, zou het de laatste zijn? Nu lig ik al uren te draaien. Vriendlief slaapt al weken op de bank. Geef hem eens ongelijk. De hele dag werken en dan ook niet kunnen slapen van mijn gezucht, gesteun en geklaag. Om het niet te hebben over het geluid van investigation discovery op mijn ipad de hele nacht (ik moet toch wat). “Blijf nou gewoon gezellig bij mij, kun je vast wennen aan slapeloze nachten”, probeerde ik nog. Helaas, ik was niet overtuigend.
Het is half vijf als ik ineens een pijnscheut door mijn buik voel. Ik hoef me niet af te vragen wat deze pijn is. Een wee! Op alle sites had ik gelezen, dat je het meteen weet als je een wee hebt. Na wat weken oefenweeen en indalingsweeen dacht ik, ja natuurlijk. Maar inderdaad, je weet het als je een wee voelt. Gek genoeg kreeg ik de laatste weken van mijn zwangerschap zin in de bevalling. Ik pak dan ook met een grote lach op mijn gezicht mijn telefoon met timerapp. Nou, kom maar op!
De pijnscheuten komen om de 5 minuten, dat is voorspoedig. Maar wacht even, het doet wel veel zeer. Mijn rug voelt alsof iemand er een trap in geeft, ritmisch. Ik kruip op handen en knieen op bed en probeer een beetje adem te halen. Oke, focus. Na een half uurtje timen loop ik naar de woonkamer, ik niet slapen, vriendlief ook niet. Ik kruip op de bank en fluister “volgens mij is er iets begonnen”. De opmerking van mijn vriend (weet je dat zeker?) negeer ik. Natuurlijk weet ik het zeker. We krijgen een kindje, vandaag! Ik blijf timen en kijk verwonderd naar mijn telefoon. Van precies vijf minuten tussen de pijnscheuten, geeft mijn gsm ineens zeven minuten aan. Dan tien, dan vijftien.. Dat was toch niet de bedoeling? Ietwat teleurgesteld kruip ik terug in bed.
Zaterdag 17 januari 06.30 ik schrik wakker en het eerste dat ik denk is, verdorie het heeft echt niet doorgezet. Meteen voel ik de pijn weer in mijn rug schieten en ik krimp in elkaar. Oh nee, daar zijn ze weer. Een ritme is er alleen niet. Toch maar even de verloskundige bellen. Mijn steun en toeverlaat, die weet wel hoe het zit. “Nee hoor meid, je hebt oefen weeen, dit is je eerste toch? Nee bel maar terug als je om de drie minuten een wee voelt”. Oh. Ik begin aan mezelf te twijfelen. Een oefenwee? Doen die dan zoveel pijn? Stel ik me aan? Dan maar onder de douche. De pijn neemt af. Ze zal wel gelijk hebben dan. In de namiddag komt de pijn in alle hevigheid weer terug. Weer doe ik een poging tot timen, niet sneller dan om de zes minuten. Ik begin te twijfelen aan mijn talent om te bevallen, en die zin neemt ook een beetje af. Toch nog maar eens bellen met de verloskundige. Ze klinkt gehaast en staat duidelijk op de tram te wachten. Ik moet maar een pijnstiller nemen en gaan slapen. Of nee, een oxazepam, dan slaap ik wat bij voor de bevalling. Ik staar nog even naar mijn telefoon als ik de verbinding heb verbroken. Oke, that’s it. Als dit oefenweeen zijn, laat het dan maar zitten. Ik wil niet bevallen. Ze doen het zelf maar, ik blijf thuis. Die oxazepam laat ik in de kast liggen trouwens. Want ik weet ergens heel goed dat dit niet lang meer kan duren.
Na een hele lange nacht sloffen door het huis met mijn vuisten in mijn rug geduwd, puffend, zuchtend en steunend (waarom heb ik geen zwangerschapscursus gedaan?), ben ik het meer dan zat. Ik bel nog een keer naar de verloskundige en tref een andere dame. Deze kent mij wel. Ik eis dat ze langskomt omdat ik deze zogenaamde oefenweeen in mijn rug niet weggepuft krijg. Nog geen half uur later staat ze in de woonkamer. “Wat wil je dat ik doe?” vraagt ze. Wat ik wil dat je doet? Ik wil weten of dit, deze pijn, ergens goed voor is! Toucheren dus. Ze waarschuwt me nog dat ze me waarschijnlijk moet teleurstellen, mijn weeen komen immers niet om de drie minuten, maar zeer onregelmatig om de tien, twaalf, zes, vijftien minuten. Ze constateert: gefeliciteerd ! Vier centimeter. Ik zie eerlijk gezegd geen reden tot een feestje, laat staan felicitaties, maar I rest my case.
Weer die vraag; “wat wil je dat ik doe, wil je dat ik je vliezen breek, of zal ik je iets geven om te slapen?” En dat vraag je aan iemand die al drie maanden niet slaapt? Wij krijgen een kind, en wel zo snel mogelijk!